Opinie

Sid Lukkassen en VVD Kamerlid Jan Middendorp over technologiebedrijven en het online maatschappelijk debat

06-11-2020 16:15

Tweede Kamerlid Jan Middendorp (VVD) en publicist Sid Lukkassen.

Het regent dit najaar boeken van TPO-scribenten. Naast Chris Aalberts’ De partij dat ben ik publiceerde Sid Lukkassen Links en rechts in dialoog. Een brievenboek waarin Lukkassen in gesprek gaat met met linkse opponenten en andere vrijdenkers (Waaronder SP Kamerlid Ronald van Raak die op zijn beurt weer Denken op de Dijken publiceerde). Eén van die dialogen is met VVD Kamerlid Jan Middendorp, onder meer woordvoerder Digitalisering & Overheid. Hij wilde het met Lukkassen hebben over technologiebedrijven en het online maatschappelijk debat.

Technologiebedrijven mogen geen scheidsrechter worden in het maatschappelijk debat online

Beste Sid, Het project waarvoor je mij vroeg een brief te schrijven gaat over polarisatie van ons publiek debat. Daarin speelt de huidige technologische revolutie een bepalende rol. Het maatschappelijk debat en de onderlinge uitwisseling van ideeën is cruciaal voor onze democratie. Door te praten, te discussiëren en te debatteren beslissen we, raken we overtuigd van zaken en vinden we nieuwe wegen om problemen op te lossen.

Het gesprek tussen mensen en de botsing tussen ideeën vindt met razende snelheid meer en meer plaats via de sociale media platforms van grote technologiebedrijven. Sociale media geven toegang tot informatie, nieuwe zienswijzen en helpen mensen een keuze te maken bij verkiezingen. Sociale media geven onze democratie een enorme impuls maar creëren ook nieuwe problemen.

Er kunnen in de binaire wereld van algoritmen onverwachte effecten ontstaan. Bijvoorbeeld informatiebubbels waardoor mensen juist niet meer met elkaar in gesprek komen. Over de algoritmen – die ook de sociale media aansturen – heb ik voor de VVD de initiatiefnota ‘Menselijke Grip op Algoritmen’ geschreven. Daarin wordt slimme regulering voorgesteld waarmee we meer kennis kunnen opbouwen over algoritmen en de werking van sociale media.

Recent werd een tweet van Geert Wilders verwijderd van Twitter, mijn collega in de Tweede Kamer. Op zo’n moment moeten we ons in de beoordeling van de rechtmatigheid daarvan op bestaande wetten en regels baseren, zoals de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid diensten en goederen aan te bieden. Dan blijkt dat bij innovatieve diensten als sociale media dat bestaande wetten en regels niet langer helemaal passend zijn. Op dit punt is het nu opletten geblazen.

Zou er een nieuwe scheidsrechter moeten komen online? Nee want voor de VVD staan de vrijheid van meningsuiting (zoals we die in de normale wereld hebben) en eerlijke verkiezingen voorop. Maatschappelijke discussies over klimaatverandering, immigratie, en bijvoorbeeld racisme moeten gevoerd kunnen worden. We moeten die niet vervuilen met discussies over wat wel of niet gezegd mag worden.

Toen ik de gewraakte tweet van Wilders voorlas tijdens een debat in de Tweede Kamer hebben noch de voorzitter noch het bedrijf dat de microfoons levert, deze dichtgedraaid. De tweet werd online wel verwijderd terwijl vrijheid van meningsuiting toch overal hetzelfde zou moeten zijn? Het kabinet zegt in het geval van collega Wilders “wij gaan niet over de gebruiksregels van sociale media als Twitter”. Maar is Wilders’ toegang tot Twitter – inderdaad een privaat bedrijf – van belang omdat zijn mening een onderdeel is van ons maatschappelijk en politiek debat?

Sociale media zijn een fantastische toevoeging voor onze democratie. Tegelijkertijd moeten we waakzaam zijn voor neveneffecten daarvan en, in de verwarring die nu ontstaat, voor ondoordachte regulering en de neveneffecten daarvan. De vrijheid van meningsuiting moet voorop blijven staan en technologiebedrijven mogen geen scheidsrechter worden in het maatschappelijk debat online: zeker ook omdat er in veel gevallen geen alternatieven zijn voor hun diensten.

Het ideaal van het vrije, democratische internet is uitgedraaid op monopolieposities 

Beste Jan, 19 juni 2019 vergaderde de Commissie Binnenlandse Zaken in de Tweede Kamer over digitale inmenging en desinformatie oftewel ‘nepnieuws’. Dit debat heb ik gevolgd en inderdaad is het mij opgevallen dat jij er aandacht voor vroeg dat jouw collega Geert Wilders (PVV) werd geblokkeerd op Twitter.

Dit feit heeft politieke implicaties: minister Ollongren (D66) moest immers toegeven dat de betreffende tweet van Wilders géén desinformatie of nepnieuws bevatte, maar gewoon zijn politieke standpunt weergaf. Dit raakte dus artikel 7 van de grondwet: vrijheid van meningsuiting en het censuurverbod. Maar wie dit artikel leest, ziet enkel dat er geen toestemming nodig is om een mening te publiceren. De grondwet zwijgt over moderatie naderhand.

De minister zag geen probleem: “Dit zijn gewoon privébedrijven – discussies op sociale media voelen als een publieke ruimte, maar dat is niet zo.”

Maar een scheiding tussen publiek en privaat is niet evident wat het publieke debat aangaat: Frans Timmermans vergaderde als Eurocommissaris met techreuzen om richtlijnen op te stellen voor ‘hate speech’.

Dit erkent dat techbedrijven in de praktijk een scheidsrechterrol vervullen. Inmiddels onthulde een documentaire van Project Veritas zelfs dat Google zich ten doel stelt om de herverkiezing van Trump te voorkomen. Dit heeft impact: onderzoek van Robert Epstein in Politico bewijst dat zoekmachineresultaten verkiezingsuitslagen doorslaggevend kunnen beïnvloeden.

Grote techbedrijven profiteren via advertentie-inkomsten van overheden en worden op andere manieren gefaciliteerd: EenVandaag noemde in een rapportage een belastingvoordeel voor Google bij de vestiging van een datacenter van de zoekgigant in Eemshaven. Google werkt samen met de gemeente Amsterdam en de Universiteit Utrecht: dit verweeft de belangen van overheden en rijksuniversiteiten met die van techbedrijven en maakt belastingbetalers tot aandeelhouders.

Ook onderhouden overheden pagina’s op sociale media – dit is altijd op enkele specifieke sociale media met een groot bereik. Wel Facebook en Twitter, niet Bitchute of Minds – zo kiest de overheid partij. Sowieso werd het publieke belang geraakt toen het regionaal archief Alkmaar van YouTube werd verwijderd.

Precies zoals je zegt onderhouden ook politici accounts op deze grote techbedrijven: democratische interactie tussen gekozen volksvertegenwoordigers en stemmers verloopt feitelijk via deze bedrijven. Sociale media dragen onze publieke discussiecultuur waarin burgers en politici ideeën uitwisselen en zo tot hun standpunten komen. Hiermee is de kiesgerechtigde Nederlandse burger een aandeelhouder.

De visie van Ollongren is achterhaald. Zij benadert dit speelveld als een optelsom van individuele relaties tussen gebruikers en bedrijven: dit ‘privaatrechtelijke’ en ‘individualistische’ frame weerspiegelt niet de bestaande situatie. Grote techbedrijven zijn in de praktijk knooppunten van het democratisch opiniërend verkeer en het ideaal van het vrije, democratische internet is uitgedraaid op monopolieposities.

We zouden niet willen dat alle kranten in handen zijn van één uitgever en net zo willen we niet dat private partijen met een druk op de knop de microfoon van volksvertegenwoordigers kunnen uitdraaien – als iets het risico van inmenging in onze democratie behelst, is dit het wel. Niet voor niets is Trump kritisch op de moderatiecultuur bij Silicon Valley: hij wil de communicatielijnen met kiezers openhouden.

Beste Jan, ik moet concluderen dat als de minister haar gang blijft gaan, dat dan de vrijheid van meningsuiting zoals geregeld in onze grondwet een stukje dode theorie wordt. Vrijheid van meningsuiting valt niet meer af te dwingen in een praktijk waar private techbedrijven onze publieke discussie modereren. Toch is dat de lijn die Ollongren kiest – zo blijkt uit de discussie. Het is hoog tijd de grondwet te updaten om het vrije democratische internet te waarborgen.

Het boek ‘Links en Rechts in dialoog’ kunt u bestellen bij Sid Lukkassen (neem contact op via www.sidlukkassen.com voor een persoonlijk gesigneerd exemplaar) of via de reguliere boekhandels online. Verder kunt u ook Sids persoonlijke nieuwsbrief volgen.