Na het familiedrama in Veendam zorgt de energietransitie wederom voor politieke slachtoffers binnen GroenLinks. Aanleiding zijn natuurlijk de windmolens en het eeuwige gekissebis over de achtertuinen waarin deze moeten komen te staan.
Zo vond de Weespse wethouder Maarten Miner (GroenLinks) de Bloemendalerpolder een perfecte locatie voor deze turbines, maar de plaatselijke afdeling niet. De GroenLinks-raadsleden in Weesp menen namelijk dat er gezocht moet worden naar een locatie met een groter sociaal draagvlak. De politieke steun voor Miner is hiermee ook weggevallen, al ziet hij zichzelf wel als morele winnaar. Zo staat er in zijn ontslagbrief onder andere te lezen:
“Ik ben tot de slotsom gekomen dat ik in deze kwestie principiëler ben dan de GL-fractie. Dat is voor mij onvoldoende basis om samen verder te gaan.”
Volgens de Telegraaf zijn de GroenLinks-raadsleden het met deze omschrijving wel eens en vonden ze Miner inderdaad altijd al een principiële zeikerd. ‘De fractie respecteert zijn aftreden.’
De angst voor torenhoge windmolens waait al een tijdje rond door de regio Amsterdam. Zo laat men in IJburg steeds vaker kritisch van zich horen. Ook de buurgemeenten van de hoofdstad hebben ernstige bezwaren tegen windmolens op het IJ. Volgens de demonstranten zou dit slecht zijn voor de gezondheid van zowel mens, dier als vastgoed.
