In een wijkgebouw in Amsterdam West vindt vrijdagmiddag een kennismaking plaats van de Amsterdamse D66-leden met hun kandidaten voor de gemeenteraad. Er zijn een tiental leden op afgekomen. Onlangs werd de conceptkandidatenlijst van de partij bekendgemaakt: een product van een commissie van wijzen die de rangordening heeft vastgesteld van het beste wat D66 de hoofdstad te bieden heeft. De leden kunnen de lijst nog wijzigen en daarom is er deze kennismaking. Eigenlijk is de sessie besloten, maar uw verslaggever is toch welkom. De kandidaten worden wel vooraf gewaarschuwd. Fideel.
Eigenlijk zouden we voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart alle lokale verkiezingsprogramma’s moeten lezen, maar we weten in de praktijk dat we dat wel kunnen laten. Alle details uit die programma’s hebben maar beperkte waarde: bij coalitiedeelname zullen er immers op veel punten compromissen gesloten moeten worden. Het gaat dus om de grote lijnen en de personen die hiermee aan de slag gaan. Competente kandidaten zullen er iets van realiseren, anderen niet. En dus vragen we ons af wat de hoofdlijn van D66 is en hoe goed deze nieuwe kandidaat-raadsleden zijn.
De kandidaten krijgen één voor één een ruime minuut om iets over zichzelf te vertellen: een werkwijze die al op voorhand leidt tot een gebrek aan diepgang. In een onnavolgbare volgorde komen ze in blokjes van vijf aan het woord. Zo worden we geconfronteerd met kandidaten die zo slecht beoordeeld zijn dat ze rond plek veertig zijn geplaatst: verkiesbaar als heel Amsterdam D66 stemt. We zien af en toe ook kandidaten waarbij het wel heel gek moet lopen willen ze niet in de Amsterdamse gemeenteraad komen, zoals Marja Lust (no.5), ‘de zus van’. Toch zijn de inhoudelijke overeenkomsten groter dan de verschillen.
Alle geloofsartikelen komen langs, zoals klimaat en gelijke kansen. Met stip op één: ‘de vrije stad’. We horen Morillo Williams (no.14) zeggen dat hij zich wil inzetten voor LHBT’s. Hij durft in Amsterdam Nieuw West geen regenboogvlag aan zijn balkon te hangen. Hij wil ‘inclusief beleid’ en zichtbaarheid. Wat dit precies moet opleveren vertelt hij niet, want de tijd is op. Anne Wehkamp (no.13) staat naast hem te knikken en begint over LHBT’s die zich in haar stadsdeel – Amsterdam Zuidoost – niet veilig voelen. Wat ze eraan gedaan heeft blijft vaag. Waarschijnlijk weinig, want ze is stadsdeelcommissielid en dat orgaan heeft nul macht.
We horen talloze keren hetzelfde: er is een probleem met de LHBT-acceptatie en zo zou het niet moeten zijn. Erg verrassend is dit inzicht natuurlijk niet: we kunnen slechts concluderen dat men bij D66 het nieuws volgt. De ene na de andere kandidaat zegt dat men zichzelf moet kunnen zijn. In de vragenronde stelt scheidend raadslid Jan-Bert Vroege de vraag der vragen: dit hoor je toch overal? Wat is hier nou ‘D66’ aan? De kandidaten brabbelen wat over sociaalliberalisme maar een antwoord komt er niet. Onthullend: het is een bevestiging dat er op dit punt geen partijpolitieke verschillen zijn.
Raadsleden die herkozen willen worden krijgen deze middag evenveel aandacht als kansloze nieuwkomers. Dat is raar: zittende raadsleden zijn immers al jarenlang actief en je vraagt je af wat zij aan klinkende resultaten hebben geboekt op het punt van het ‘zichtbaar jezelf zijn’. Hoe verklaren zij dat LHBT’s zich onveilig voelen en dat er zoveel incidenten zijn? Wat hebben zij gedaan om dit een halt toe te roepen en waarom loste dit kennelijk niets op? Hebben ze slechte voorstellen gedaan of waren ze te incompetent om die voorstellen werkelijkheid te laten worden? Of hebben ze vier jaar lang hun mond dichtgehouden?
We krijgen het niet te horen. D66 wil een vrije stad voor iedereen, zit al acht jaar in het college en er is geen bewijs dat men één stap verder is gekomen. Het afdelingsbestuur bouwt deze bijeenkomst zo op dat deze vraag niet aan bod komt en de kandidaten niets wezenlijks over deze harde waarheid hoeven te zeggen. Zittende raadsleden en nieuwelingen krijgen alle ruimte om te doen alsof het opsommen van mooie intenties voldoende is. Als ze over vier jaar opnieuw op de kandidatenlijst willen, zijn de leden al die holle frasen toch weer vergeten. Zelfkritiek: ho maar.
Zomaar een idee voor D66 Amsterdam. Er zijn twee opties. Als de gemeenteraad niets aan ‘de vrije stad’ kan doen, kan D66 beter een ander speerpunt kiezen. Als het wel mogelijk is meer te doen aan ‘zichtbaar jezelf zijn’, moet D66 maar eens onder ogen zien dat de eigen kandidaten het probleem ruiterlijk erkennen en dat de huidige fractie niets heeft bereikt. Huidige raadsleden die nog vier jaar willen blijven hebben iets uit te leggen. Nieuwelingen moeten een beter verhaal hebben dan hun voorgangers. Misschien zou de partij er eens naar kunnen vragen.
Bij de borrel suggereert uw verslaggever dat LHBT’s ook op Annabel Nanninga kunnen stemmen. Zij wil in ieder geval cameratoezicht en dat is een stuk concreter dan alle ideeën van D66 bij elkaar. Alom verbaasde blikken.
Lees ook: Chris Aalberts – De SP vindt de eigen sektarische strijd belangrijker dan een betere wereld
Lees ook: Chris Aalberts – Tegenwoordig moet Thierry Baudet het doen met de afdankertjes van Henk Otten
Lees ook: Chris Aalberts – De heksenjacht binnen de SP ‘heeft geen fuck met socialisme te maken’