Besnijdenis is een vorm van verminking, van zware mishandeling. Dat heeft een Keulse rechtbank gisteren gezegd. Besnijdenis zou verboden moeten worden want, zei de rechter, ‘het fundamentele recht van een kind op lichamelijke integriteit weegt zwaarder dan fundamentele rechten van de ouders’. En daar is geen speld tussen te krijgen. Een rechter hoort nu eenmaal blind te zijn voor religieuze inhoud, of voor traditie. Die ziet slechts een hulpeloos kind, een mes, bloed, een stukje voorhuid en blijvend lichamelijk letsel. En ouders mogen hun kinderen niet verminken, dat weet iedereen. De Centrale Joodse Raad in Duitsland is het daarmee uiteraard niet eens, veroordeelt de uitspraak en spreekt van ‘een ongekende en dramatische ingreep in het religieuze zelfbeschikkingsrecht van bevolkingsgroepen.’
Dat is wat prematuur. Het is maar een Keuls rechtertje dat wat roept. Maar de uitspraak illustreert de sfeer die momenteel in Europa overheerst: de staat dient op te komen voor alle levende wezens, en tegen elk mogelijk leed. Niet alleen opkomen voor volwassenen, maar ook voor kinderen onder ouderlijke gezag, en zelfs voor dieren. En niet alleen als er (kinder- of dieren) levens in gevaar zijn; ook klein leed wordt tegenwoordig beschouwd als een reden om regels op te leggen. Vandaar dat Kinderbescherming besluit om dikke kinderen uit huis te plaatsen. Vandaar dat pubers voortaan een keertje naar de dokter moeten, om te kijken of ze niet te dik (en later: te duur) worden. Vandaar dat velen de rituele slacht wil verbieden, en de Partij van de Dieren in haar verkiezingsprogramma ook pleit voor het sluiten van dolfinaria en voor ‘alternatieve nestgelegenheden voor meeuwen en duiven.’ Zelfs die vliegende ratten roepen medelijden op en moeten ‘dus’ door de staat beschermd worden.
De Centrale Joodse Raad beroept zich op een recht dat eigenlijk allang niet meer bestaat. Religieuze groepen hebben helemaal geen zelfbeschikkingsrecht. Gelovigen mogen de gekste ideeën koesteren en de mafste rituelen uitvoeren, maar ze moeten zich altijd aan de wet houden. En als de wet verschuift, moeten ze meebewegen. Dat is al eeuwen zo, en er lijkt een nieuwe, forse verschuiving in de maak. De rituele slacht is geproblematiseerd; en het is heel goed denkbaar dat het met besnijdenis dezelfde kant op gaat.
En dan? Het Keulse vonnis roept interessante vragen op. Hoe lang zal het duren voordat we het kind niet alleen een lichamelijke, maar ook een geestelijke integriteit toekennen? Er bestaat naast lichamelijke immers ook zoiets als geestelijke mishandeling. Dan zal de rechter kunnen eisen dat kinderen van gelovige ouders niet alleen de school van de eigen geloofsrichting bezoeken, maar ook kennis moeten maken met andere inzichten, religieuze én wetenschappelijke. Want altijd maar te horen krijgen dat God de aarde heeft geschapen, of dat de Koran het enige echte heilige boek op aarde is, dat kun je zien als vormen van geestelijke mishandeling. En bovendien worden door dat soort onderwijs de latere carrièrekansen van het kind aanzienlijk beperkt. Mogen gelovige ouders hun onwetende kinderen zoiets aandoen?
Europa gaat haar gelovigen streng controleren. Het aardige is dat in het Midden-Oosten de tijdgeest exact de andere kant op gaat. Daar moeten steeds meer seculiere dictatoriale regimes plaats maken voor chaotische, religieuze regimes. Velen in het Westen vinden dat vreselijk, die Moslimbroeders aan de macht. Die vonden die schijnheilige moordzuchtige dictators veel sympathieker. Maar de onderdrukte partij komt nu dus overal bovendrijven. Voor het eerst kunnen burgers vrij kiezen voor partijen die zich oprecht islamitisch noemen. Partijen die de kern vormden van het anti-dictatoriaal verzet. (En dat laatste komt vooral doordat het democratische Westen altijd partij koos voor de seculiere schoften.) Dáár zal de staat, na jaren van onderdrukking, juist méér ruimte geven aan dat religieuze zelfbeschikkingsrecht. Zo zorgt de Arabische Lente ervoor dat de culturele kloof met Europa niet kleiner, maar juist groter wordt.