In Nederland maken wij ons dagelijks druk over de islam. Wat opvalt is de vaak schrille toon waarop het debat gevoerd wordt, vaak zonder enige nuance. Een objectieve mening, gevormd vanuit een historisch perspectief, wordt niet echt gewaardeerd. Wie niet de kant van de islamhaters kiest wordt al snel uitgemaakt voor politiek correct, of erger, een wegkijker, theedrinker, culturele zelfhater of de onder een kaasstolp levende elite. Andersom wordt iemand die kritisch naar de islam kijkt als islamofoob weggezet. Maar wie afstand neemt van de dagelijkse hype kan zien dat de religieuze soep niet zo heet gegeten hoeft te worden als die wordt opgediend. Kijken we naar de historische ontwikkeling van godsdiensten in Nederland, dan zal het met die islamisering best meevallen.
Nog geen vijftig jaar geleden bepaalden de katholieke en protestantse kerken nadrukkelijk het maatschappelijke leven in Nederland. Een vrouw werd ontslagen wanneer ze ging trouwen, meisjes op katholieke scholen werden door nonnen aan de benen gevoeld of ze onder hun rok of jurk wel nylons of een panty droegen, blote benen waren verboden. De pastoor kwam een keer per jaar op huisbezoek om uit te vissen of er al een volgend kind zat aan te komen, en zo niet dan werd de huisvrouw ten sterkste aangeraden daar toch snel voor te zorgen. Immers, hoe meer katholieke zieltjes hoe meer vreugde.
In de protestantse kerken was het niet veel beter. Ouderlingen hielden in hun gemeente streng toezicht op het reilen en zeilen van hun geloofsgemeenschap. En o wee als er iemand uit de pas liep. Lees Knielen op een bed violen van Jan Siebelink. De Nederlandse literatuur staat bol van de door het geloof getraumatiseerde schrijvers.
Laten we ook de toenmalige verzuiling van Nederland niet vergeten, waarbij confessionele omroepen zoals de KRO en NCRV de christelijk gesausde meningsvorming van een groot deel van de Nederlanders bepaalden.
Homoseksualiteit was tot ver in de jaren zestig van de vorige eeuw een groot taboe. Het door de clerus gedomineerde maatschappelijke klimaat in het toenmalige Nederland was daar mede debet aan. Katholieken trouwden niet met protestanten. Immers “twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen”. En een protestant haalde het niet in zijn hoofd om bij een katholieke slager of bakker zijn boodschappen te doen. Vijftig jaar geleden bepaalden religies voor een groot deel het maatschappelijke leven in Nederland, zoals de islam in een groot deel van de wereld nu nog het dagelijkse leven van moslims bepaalt.
In Nederland heeft het verstand het uiteindelijk gewonnen van de religie dankzij de wetenschap en de open samenleving. De secularisatie heeft kunnen toenemen omdat mensen zijn gaan nadenken en het geloofsjuk hebben afgeworpen. Nederland is het meest geseculariseerde land in Europa. De logica heeft het gewonnen van de mythe.
Binnen opeenvolgende generaties moslims zal een secularisatieproces op gang komen zoals dat ook bij christenen in Nederland heeft plaats gevonden. Behoudens een kleine orthodoxe groep zal de politieke islam langzamerhand verdampen. De islam als praktiserende godsdienst zal voor steeds meer moslims van ondergeschikt belang worden. Secularisatie is een onderdeel van de Nederlandse cultuur geworden, gevoed door de vrijgevochten volksaard, en daar ontsnappen ook moslims niet aan. Tegen deze achtergrond is Nederland niet bepaald een fijn land voor moslims om in te wonen, afgezien natuurlijk van de sociale voorzieningen, maar dat is weer een andere discussie.
Volgens het internationale onderzoeksinstituut Pew Research Centre zal het aantal moslims in Nederland groeien van 1 miljoen in 2015 (5,9 procent van de bevolking) tot 1,6 miljoen in 2050 (8,8 procent van de bevolking). In dezelfde periode zal het aantal christenen in Nederland afnemen tot 6,75 miljoen van de bevolking (37,5 procent) in 2050. De toename van het aantal moslims ligt aanmerkelijk lager dan de groei van de groep Nederlanders die niet aan een religie zijn verbonden. In 2050 zal 46,5 procent van de Nederlandse bevolking zich niet verwant voelen met een religie.
Ook de moslims ontkomen niet aan deze trend. Uiteindelijk zijn en blijven ze een kleine minderheid binnen de Nederlandse samenleving, zelfs wanneer er in moslimgezinnen meer kinderen geboren worden.
Maak de islam en moslims daarom niet groter dan ze zijn. Dat is de grootste fout die we tot nu toe gemaakt hebben. Binnen de totale Nederlandse samenleving is de islam in feite irrelevant, al zullen de initiatiefnemers van de politieke partij DENK daar anders over denken. Zij hebben hun positie louter te danken aan de genereuze “positieve discriminatie” van politiek correct Links uit het verleden. Normaliter zouden moslims in de politiek en media nauwelijks een factor van betekenis zijn in Nederland.
Je boos maken om een hoofddoekje of boerkini? Lach erom. Hoe minder aandacht, hoe minder belangrijk.
Wat moslims overigens blijvend ingepeperd zal moeten worden is dat in onze cultuur de scheiding van Kerk en Staat geen holle frase is. Dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn en dat seksuele geaardheid in onze samenleving een persoonlijke zaakis die gerespecteerd dient te worden.
Dat de verwachte secularisatie van moslims geen wensdenken is blijkt uit een grootschalig onderzoek uitgevoerd door sociologen van de Universiteit Utrecht, voorgepubliceerd op 17 september 2016. Belangrijkste uitkomst van dat onderzoek? Moslimjongeren in Nederland seculariseren.
Geloof is voor hen minder belangrijk dan voor hun ouders. Ook brengen ze de islamitische regels en gebruiken minder vaak in de praktijk. Van de meisjes wier moeder een hoofddoek draagt, doet ruim 35 procent dat zelf niet. Omgekeerd draagt maar 2 procent van de meisjes een hoofddoek als hun moeder dat niet doet. En 30 procent van de jongens gaat minder naar de moskee dan hun vader.
Ook interessant: moslimjongeren drinken gemiddeld vaker alcohol dan hun ouders, vasten minder met ramadan, en eten vaker varkensvlees. En een kwart van de jongeren leest minder in de Koran.
Religie blijft weliswaar belangrijk voor een groot deel van de moslimjongeren, maar het navolgen van religieuze voorschriften neemt af, zegt hoogleraar sociologie Frank van Tubergen, die het onderzoek uitvoerde. “Het lijkt erop dat religie voor moslimjongeren meer en meer een privé-zaak wordt. Ze laten vooral de aspecten van het geloof die je publiekelijk toont achterwege”, aldus de hoogleraar.
Vooral die laatste bevinding is belangrijk. Het geloof achter de voordeur en geen politieke islam. Het zal zijn tijd duren, maar ook de sociale moslimverbanden zullen eroderen in navolging van de secularisatie en het overwicht van de Nederlandse samenleving. Nederlanders mogen best wat meer overtuigd zijn van de kracht van hun eigen cultuur in plaats van angstig staan te jammeren over de zogenaamde islamisering.
Die islam heeft immers geen toekomst in Nederland.