Slachtofferschap domineerde afgelopen week de media en dus onze gemoederen in extreme mate: vluchtelingen, zelfmoordenaars en Gordon met een akelig ongeluk in Griekenland of all places. Geheel in lijn met onze christelijke traditie geilen we massaal op slachtofferschap. Hoe zieliger hoe beter of eigenlijk: hoe heiliger. In het boek Avondland en Identiteit, schrijft Sid Lukkassen, een begenadigd visionair van nog geen dertig jaar oud: “Het feit dat de Europese cultuur zo gevoelig is voor cultuurmarxisme – de obsessie met minderheden, slachtoffers en schuldgevoelens – is verklaarbaar vanuit het christendom”.
Het christendom leert ons namelijk om die ‘andere wang’ altijd in de aanslag te hebben voor het geval iemand je onheus of kwaadaardig bejegent. Daar waar het oude testament nog repte over het evolutionair veel logischer principe ‘oog om oog, tand om tand’, propageert Jezus grenzeloze liefde en vergeving.
We hebben geleerd dat deze deugden per definitie nobel zijn, maar is dat wel waar? Het feit dat we chronisch zondig zijn en dus altijd een verlosser nodig hebben creëert onevenredige afhankelijkheid. En ook: hoe groter de zonde hoe geweldiger het wonder dat vergeving heet, waardoor opluchting en dankbaarheid de realiteit vertroebelen.
Zaken zoals naastenliefde zijn lastig meetbaar, dus de kans dat je in gebreke bent en zal blijven is groot. Het christendom als sadomasochistische relatie met een dom (de superieure Jezus) en een sub (de stoute mens). Ik ben nog steeds benieuwd of Jezus een geniale zet was van de Romeinen om het weerbarstige Joodse volk onder de duim te houden of dat hij een scherp getimede schizofreen was die zich uiteindelijk suïcideerde aan het kruis.
Als maatschappij hebben we ons destijds met veel misbaar ontdaan van religie. Maar net als bij patiënten die tijdens hun opvoeding de pech hadden om blootgesteld te worden aan negatieve patronen, kost het veel moeite om daar in het dagelijks leven daadwerkelijk vanaf te komen. We vinden onszelf dan misschien moderne rationele mensen die RTL Late Night kijken en hypotheken afsluiten, onze grondtoon is nog steeds door en door christelijk. Het dwepen met zieligheid zit namelijk al eeuwen in ons DNA, daar kom je niet zomaar vanaf met wat flower power.
Wie het in zijn botte hoofd haalt om zieligheid in vraag te stellen, te relativeren of simpelweg niet te voelen, wordt verweten harteloos en zelfs onmenselijk te zijn. Zo’n onderbuikreactie heeft weinig met ratio van doen en ademt pure religieuze verontwaardiging. Alle emotionele neuzen dezelfde kant op anders volgt excommunicatie.
Religie kent diverse verschijningsvormen: van devoot prevelende oude vrouwtjes in Zuid-Europa tot uitzinnig zingende massa’s op de EO-Jongerendag, hopend op aanraking door de heilige geest. Allemaal relatief onschuldig en misschien juist wel positief vanwege ‘bijwerkingen’ zoals structuur, moreel kader en sociale verbondenheid. Het wordt pas link als we ons gevoel en gedrag laten leiden door onbewuste patronen die blijkbaar nog steeds een ‘opium-voor-het-volk-effect’ hebben.
De vluchtelingencrisis is koren op de onbewuste christelijke molen; alle thema’s worden massaal ingezet: zielige mensen, naastenliefde en kilo’s opoffering als inverse superioriteit. Hopen we misschien op de ultieme verlossing van het collectieve schuldgevoel dat sluimert in ons onderbewustzijn door De Tweede Wereldoorlog en ons koloniale verleden?
Om als psychiater adequaat patiënten te kunnen helpen is het essentieel dat je zicht hebt op je eigen patronen en drijfveren. Dat kost soms jaren therapie voor de psychiater zelf.
Inzicht hebben in onze maatschappelijke fundamenten is noodzakelijk om verstandig om te kunnen gaan met de uitdagingen die nu op ons afkomen. Het zou mooi zijn als we in staat zijn om rationeel af te wegen of meer vluchtelingen opnemen in ons land verstandig is, of we inderdaad de boel zodanig op orde hebben dat we ‘onverwachte gasten’ kunnen ontvangen. De spanningen in bepaalde volkswijken doen vermoeden dat er weinig bandbreedte bestaat.
Ook is het misschien zinnig om je met elkaar af te vragen hoe je de eventueel getraumatiseerde, laag opgeleide en overtuigd religieuze nieuwkomers laat integreren in onze postindustriële consumptiemaatschappij. ‘Een maaltijd met een vluchteling’ is geen begin zoals werd gesuggereerd maar elitaire knulligheid ten top zonder realiteitszin.
Alsof we Jezus zijn die met open armen zegt:
“Laat alle vluchtelingen tot mij komen want het koninkrijk der Nederlanden behoort toe aan wie is zoals zij”
(Marcus 10:13-16)
We weten allemaal hoe het met Jezus is afgelopen.