En weer staat India te schande. Vijf maanden geleden werd een 24-jarige studente verkracht en vermoord; daarna was er nog zo’n fijne groepsverkrachting en nu is het slachtoffer een meisje van vijf jaar oud. Vijf maanden geleden gingen Indiase vrouwen massaal de straat op – en nu moet het alweer. De Indiase samenleving laat zich uiteraard niet zo maar veranderen. Vrouwen waren en zijn er nog steeds vogelvrij. Verkrachting is er al jaren doodnormaal. Maar gelukkig; de protesten inmiddels ook. Indiase vrouwen pikken het niet langer. En ze blijven protesteren, want ze weten dat ze het recht aan hun kant hebben.
Vrouwen zijn de homo’s van de ontwikkelingslanden. Homo’s zorgen momenteel voor een progressieve doorbraak in de Amerikaanse wetgeving. Eerst was er de afschaffing van het hypocriete principe ‘don’t tell, don’t ask‘ in het Amerikaanse leger, en de laatste maanden de gestage opmars van het homohuwelijk. De redenering is doodsimpel: als homo’s gewone mensen zijn, hebben ze het recht als gewone mensen behandeld te worden. Zó simpel dat homo’s daarmee het verzet van religieus rechts en van de Republikeinse partij inmiddels lam hebben geslagen. (Jazeker! Vooruitgang bestaat!)
En ondertussen strijden in tientallen straatarme landen vrouwen voor hun eigen rechten, met hetzelfde principe. Als vrouwen mensen zijn, waarom worden ze dan als beesten behandeld? De redenering is allesbehalve nieuw, maar de omstandigheden zijn nu gunstiger dan ooit. De vraag is hoe lang al die vrouwvijandige samenlevingen hier op aard daartegen verzet kunnen bieden.
De voornaamste tegenstander van de vrouw is uiteraard de religie. Niet dat religies de onderdrukking van de vrouw hebben bedacht – dat hebben mannen gedaan. Nee, religies zijn het ultieme wapen om vrouwen te onderdrukken, omdat mannen op grond daarvan pretenderen dat niet zij, maar God de onderdrukking van de vrouw heeft verzonnen.
Godsdienst is het laatste redmiddel van misselijk makende mannen. Of het nu om Hindoeïsme gaat, de islam of van mijn part de katholieke kerk. De goden mogen verschillen; centraal staat vrouwenhaat.
Onder het mom van ‘God wil het’ nemen mannen het recht vrouwen te vernederen – iets dat ze blijkbaar onweerstaanbaar vinden. En dat vernederen slaat om in puur geweld wanneer mannen vinden dat vrouwen brutaal worden, dat ze zich ‘ongepast’ kleden of zonder mannelijk gezag door het leven gaan. Op die momenten toont de man waartoe hij in staat is.
Maar de traditionele wereld brokkelt in snel tempo af. Dezelfde mannen die vinden dat vrouwen geen rechten hebben, menen dat zij zelf wél recht hebben op welvaart en economische groei. En dus verwelkomen ze de westerse vooruitgang. Maar welvaart en welzijn vereisen onderwijs – van mannen én vrouwen. En daarmee halen die mannen, god zij dank, hun eigen ondergang in huis. Althans, laten we het hopen.
Mannen weten donders goed dat ze fout zitten. Dat het einde van hun heerschappij nadert. Een mooi voorbeeld is Saoedi-Arabië. Dat land staat op politiek gebied al tientallen jaren volkomen stil. De macht berust bij koning Abdoellah en zijn uitgebreide familie. Het Parlement, de Shura, heeft niks te vertellen – en daarin zaten tot voor kort alleen maar mannen.
Tot voor kort, want sinds een paar weken bestaat de Shura voor 20 procent uit vrouwen. Die hebben natuurlijk ook niks te vertellen – maar voor Saoedische vrouwen is dat besluit een enorme stimulans. Net zo machteloos als de man!
Nog zoiets: sinds een maand kunnen vrouwen beschikken over hun eigen identiteitskaart. Ze staan niet meer op de kaart van hun vader of man. Goed, ze mogen nog steeds niet alleen over straat, maar die maatregel is een eerste stap. Zo heeft Abdoellah de laatste tijd nog veel meer maatregelen genomen.
Houdt hij van vrouwen? Zeker. Hij heeft er vier, zoals dat hoort bij een orthodox moslim. Maar die maatregelen zijn vooral bedoeld om het land te stabiliseren. Abdoellah is niet dom. Hij weet dat geld veel problemen oplost (na het uitbreken van de revoluties in Tunesië en Egypte strooide hij driftig met miljoenen om zijn burgers tevreden te houden), maar niet álle problemen.
Hij realiseert zich dat een land dat voor de helft bestaat uit rijke machteloze mannen, en voor de andere helft uit half opgeleide maar rechtenloze vrouwen, geen toekomst heeft. Hij weet dat hij de scherpste kanten van de staatsonderdrukking van de vrouw zal moeten verwijderen. Orthodoxe imams zijn mordicus tegen, maar durven uiteraard niets te zeggen. Dat zou ze geheid hun vet betaalde baan en hun vrijheid kosten.
Je vraagt je af waarom ze tegen zijn. Wat Abdoellah doet, lijken cosmetische maatregelen – maar dan nog kunnen die een buitengewoon krachtige symboolwerking hebben. Dat vrouwen gewoon als gewone burgers behandeld worden: dat alleen al kan een revolutionair effect hebben.
Het is te hopen dat de Saoedische vrouwen steeds brutaler worden, en zo het hele orthodoxe systeem ondermijnen. Dat kan een gruwelijke backlash veroorzaken. Het land lijkt momenteel sterk op het Iran van de sjah – en alleen Allah weet wat voor gruwelen er in dat land uitbreken als daar een islamitische revolutie losbarst. Maar is er een andere weg naar voren?
En gek genoeg kan datzelfde geloof dat vrouwen eeuwen heeft onderdrukt, dan als dynamiet fungeren. In Israël gaan orthodox-joodse vrouwen sinds een paar jaar demonstratief naar de Klaagmuur. Dat was altijd een exclusief mannelijk feestje. Mannen konden daar lekker onder elkaar zijn, samen met de God die hen het recht had gegeven vrouwen te onderdrukken.
Maar sinds 2009 duiken daar ook vrouwen op. Vrouwen die datzelfde maffe geloof aanhangen – het zij zo – maar gewoon hun recht als mens opeisen. Hun recht om daar gehuld in de talliet uit de Tora voor te lezen. Omdat zij net zo goed gelovigen zijn. Een beetje bidden bij een oude muur – het zou wat.
Maar de rabbijnen zijn woedend. Zij voelen donders goed aan wat die imams ook weten, en die Indiase mannen ook: dat hun mannelijke privileges, hun hele geloof in hun eigen superioriteit, gebaseerd is op de onderdrukking van de vrouw. Als dat niet meer mag, als iedereen gelijk is, waar heb je God dan nog voor nodig?