Tot voor kort was Gert Brommer lid van de Provinciale Staten in Overijssel. In zijn afscheidtweet schreef hij: “Binnen de VVD-fractie proef ik geen ruimte voor mijn standpunt, maar ik ga niet drie jaar langs de rand staan van de partij en coalitie als een roepende in de woestijn.” Willem Joustra was tot voor kort VVD-wethouder in Wijk bij Duurstede. Bij zijn opstappen verklaarde hij: “Het is niet zo dat de kiezers weglopen bij de VVD, maar andersom: de VVD loopt weg bij haar kiezers.” Hoog tijd om met deze heren te filosoferen over de toekomst van landbouw- en klimaatbeleid, en de VVD.
Gert Brommer omschrijft zich als jongen van het platteland en is sinds zijn HBO-opleiding actief in de VVD. Eerst als bestuurslid van de afdeling gemeente Steenwijkerland – hij werd gevraagd toen hij lid werd. Later verhuisde hij naar de stad Groningen en was daar actief in commissies. Sinds de vorige periode was hij actief voor de Provinciale Staten, zowel als burgerlid als Statenlid. Ook is hij voorzitter van het landbouwnetwerk VVD. Willem Joustra was ongeveer acht jaar Statenlid in Utrecht en werd daarna wethouder in Wijk bij Duurstede. Hij studeerde natuur- en scheikunde, is gediplomeerd docent maar werkte voornamelijk als ICT-manager. Op 3 januari 2020 gaf hij zijn wethouderschap op en is ook geen VVD-lid meer.
Als motivatie voor zijn politieke engagement geeft Willem aan dat het hem gaat om de toekomst van zijn kinderen. Gert: “Toen ik in 2003 lid werd had ik als student een mening over hoe de dingen gingen in de samenleving. Ik concludeerde dat je er wat van kunt vinden maar ook wat kunt betekenen.”
Zelfs al doe je niet aan politiek, de politiek doet wel aan jou.
Willem: “Daar zit wat in, maar voor de politiek geldt dat je niet teveel moet willen verschillen, want dat levert problemen op. Sid, weet je nog dat wij allebei bij de Liberaal Groen bijeenkomst waren in hotel De Werelt? Dat ging over corporatisme…”
Dat klopt. Je doelt op crony capitalism. De korte discussie die we daar hadden heb ik – in verwetenschappelijkte vorm – opgenomen in mijn proefschrift De Democratie en haar Media.
Willem: “Dat was geen discussie – dit punt werd door de moderatoren weggewuifd. Dat zie ik overal terug. Als Eric Wiebes met een plan komt aanzetten, dan is dit de klassieke planeconomie. Geld van gewone mensen wordt in bedrijfsactiviteiten gepompt. De afweging hoe rendabel die activiteiten zijn, verschuift van de private sector naar de staat. Dit is gewoon een staatsinfuus – waar je een baan weghaalt door belastingheffing, daar ontstaat een gat dat mensen zelf hadden kunnen invullen. ‘Banen scheppen’ verwijdert banen in de reële economie.”
Gert: “Als Statenlid benaderde ik dit vanuit de vraag: ‘Wat betekenen deze klimaatplannen voor de inwoners van Overijssel?’ Dan komen er ambtenaren naar je toe. Zij stellen: met 320 windmolens van het grootste kaliber kunnen we hieraan voldoen. Óf met 5200 hectare zonnepanelen die dan allemaal precies in de juiste hellingshoek op de zon moeten liggen. Een discussie in de fractie volgde waarin ik zei: ‘Je bent hartstikke gek.’ Dan is de respons: ‘Nee we zijn niet gek, we MOETEN dit doen. Voer je het niet uit, dan legt het Rijk het straks op.’
Deze gang van zaken impliceert dat je zélf niet meer moet nadenken en dat de provincies hun bestuurlijke autonomie verliezen. Het wordt goedgepraat met: ‘Je moet meedoen want anders verlies je invloed.’ Richting de gemeenten wordt dit alles samengeperst in regionale energiestrategieën, onder het mom, ‘als je het zelf niet doet, dan doet de provincie het voor je’.”
Leuk dat iedereen zo slaafs het Rijk volgt, maar het Rijk handhaaft nauwelijks en reageert nauwelijks op impulsen vanuit de samenleving – sowieso komt de meeste regelgeving niet vanuit Den Haag maar uit de EU. Die naïeve volgzaamheid wortelt wellicht in de goedgelovige protestantse inborst van Nederlanders. Gezagsgetrouw zelfs als het zelfmoord is.
Gert: “Het is een doorschuifspel. Brussel schuift het af op Den Haag, van daar op de provincie en tot slot op de gemeente. Maar als Statenlid moest ík wel de morele verantwoordelijkheid hiervoor nemen. Omdat het Rijk weigert kerncentrales te bouwen, worden het landschap en de leefbaarheid in de provincies opgeofferd. En je mag als statenlid niet meer zelf nadenken. Er is door moedertje staat beslist ‘we gaan het doen met windmolens en zonnepanelen’ – aan Statenleden wordt geen afweging meer toegestaan of dit passend is of niet. De opdracht teruggeven was in mijn fractie niet ter sprake, niet ter discussie.”
Willem: “Gert legt de vinger op de zere plek. De stedelijke bevolking is zeer geïnteresseerd in windmolens maar wenst dit uit te voeren op het platteland. De invloed die je daarop hebt, heb je feitelijk niet – precies wat Gert zegt. Als je dan in die fractie zit, dan dringt men het aan je op. Het Rijk hoeft niet te handhaven, want er zijn Eneco, Nuon en Vattenfall – dát zijn crony capitalists. Zij kunnen dankzij de wetgeving gewoon opleggen: ‘Ik wil hier windmolens en niets staat mij in de weg.’
Op alles wat niet bebouwd is, gaat iets gebeuren. De Gerts van deze wereld hebben dit in de smiezen. Als we twee kleine kerncentrales neerzetten in de provincie Utrecht, zijn we ervan af. Maar we krijgen windturbines opgelegd en de VVD buigt het hoofd: zij werken hier actief aan mee.”
Gert: “Het cynisch-leuke aan dit verhaal is dat we ‘dit doen met draagvlak’. Hierbij ontstaan er initiatieven waarin altijd één soort burger is betrokken. Zo ontstaat er een soort chantage moment, waarop wordt gezegd: ‘De hele omgeving zal hiervan profiteren, want wij geven wat subsidie aan verenigingen in het dorp!’ Onder het argument van bureaucratische dwang wordt de gewone burger op slinkse wijze verantwoordelijk gemaakt voor de grootste vernieling van het cultuurlandschap.”
Wat versta je onder ‘bureaucratische dwang’?
Gert: “Met bureaucratische dwang bedoel ik: ‘Het moet van Brussel, het moet van Den Haag, en als je invloed wil hebben, kun je maar beter meewerken.’ Vervolgens moet het van de provincie; daarop volgt de bottom-up benadering van bewonersinitiatieven, die min of meer worden omgekocht. Wie heeft daar geld beschikbaar voor? Dat zijn dus die crony capitalist bedrijven. Zij ontvangen geld van de belastingbetaler. Dit is eigenlijk heel ziek.
Zo is de cirkel rond. Mensen hebben nauwelijks geld om hun gezin draaiende te houden. Nu moeten ze hun huis isoleren, meer voor de gasrekening betalen, en toestaan dat er met ‘draagvlak’ windmolens en zonnepanelen in hun leefomgeving worden gebouwd. Gelijktijdig moet ik toestaan dat met het stikstof-argument, de boeren uit de provincie worden gejaagd. De Randstedelijkheid bedenkt iets voor het landelijk gebied. Vooral niet voor in hun eigen tuin.”
Zeg je nu dat het stikstof-argument wordt aangevoerd om boeren te kunnen wegpesten? Zodat hun grond goedkoop kan worden opgekocht om Randstedelijke projecten uit te voeren?
Gert: “Exact. En het past geweldig goed om dit allemaal op hetzelfde moment uit te voeren.”
Waarom?
Gert: “Als jij met de stikstofnormen de boeren wegjaagt, komt hun grond beschikbaar om zonnepanelen op te bouwen. Dit kabinet heeft een uitsterfbeleid ingezet voor boeren. En die ruimte past geweldig in de plannen van Den Haag. De leefbaarheid van het platteland gaat eraan. Het gaat hier niet alleen over boeren maar over de inwoners van het platteland, en hoe die worden behandeld.”
Maar klopt dat allemaal wel? Want Nederland is nummer 2 op de wereld van landbouw export en agrarische producten. Ook hebben we de landbouw universiteit in Wageningen waar al die expats naartoe komen. Dit alles wil Rutte nu de nek omdraaien?
Gert: “Niet zozeer Rutte als wel het kabinet dat hij leidt. Je moet als land juist ontzettend trots zijn dat jij zo goed bent in landbouwexport!”
Willem: “Gert ziet vanuit helikopteroverzicht een lijn die overeenstemt met Agenda 21 van de VN. Hier is verstedelijking het hoofddoel. Mensen moeten in steden wonen zodat er meer oppervlakte vrijkomt voor andere activiteiten. Wageningen maakte er een kaartje van voor Nederland in 2100. Boeren zijn zelfstandig – collectivisten denken anders. Ik meen dat Stalin ooit zei: ‘De baas in de stad is de man die de trein met voedsel bestuurt.’ Boeren zijn autonoom en dus moeilijker te kneden en te sturen dan stedelingen. Boeren wegjagen om ruimte te maken… dat is een griezelig vooruitzicht.
De Nederlandse landbouwomzet bedraagt jaarlijks 90 miljard. Dan heb je dus een primaire sector – de secundaire sector (industrie) en tertiaire (diensten), zijn er slechts als iedereen te eten heeft. Dit alles verdwijnt uit de Randstedelijke contreien. Je hebt dus geen leverworst als je geen varkensboer hebt en geen patatbakker zonder aardappelboer, punt. Alles wat die worstmakers en patatbakkers gebruiken qua productiemiddelen, wordt weer vervaardigd door de secundaire sector. Maar zonder de agrarische sector draait dus niks. Bottom line: boeren heb je drie keer per dag nodig – zonder hen kun je helemaal niets, maar zonder advocaat kun je geloof ik wel.”
Gert: “Met een zeer klein milieueffect verbouwen we het meest veilige en voedzame voedsel ter wereld. Met deze innovatie voeden wij de wereld – dit kunnen wij de rest van de wereld leren. Minister Carola Schouten (CU) daarentegen praat aanvallend en romantiseert het verhaal. Zij meent dat iedere boer een winkeltje aan huis moet hebben en zijn landbouwgrond aan de staat moet geven om zelf als schaapherder met bordercollie door de natuur te struinen. Ik verwacht van een minister dat zij de beste boeren ter wereld aanmoedigt om de beste boeren te blijven. En niet om ze te verjagen. Dat snapt zij niet – zij stort de gehele plattelandseconomie in de afgrond.”
Denk je niet dat zij het juist wél snapt, gelet op wat Willem zojuist zei? Dat we allemaal verstedelijkte, staatsafhankelijke drones moeten worden, werkmieren?
Gert: “Juist! Afhankelijk van voedsel uit landen zoals Oekraïne. Waarbij onze Nederlandse banken, productiemethoden financieren die we in Nederland al 20 jaar niet meer gebruiken.”
Willem: “Voor het beschermen van één of ander plantje, omdat de heide begroeid raakt, worden wetten gemaakt. En daar worden we nu aan gehouden…”
Gert: “Omdat we extremisten onze natuurdoelstellingen laten maken, kunnen bestuurders zeggen dat het slecht gaat met de Nederlandse natuur. Hoe is het heidegebied in Nederland ontstaan? Door intensief grazende schapen. Dat leidde tot potstalmest, wat ons de vruchtbare esgronden opleverde. In de kapitalistische tijd kon dit economisch niet meer uit: de landbouw verdween en Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten gingen de natuur beheren.
Intensieve begrazing is echter gestopt – bebossing was het gevolg. En nu schuiven ze bebossing af op het stikstofverhaal. Maar dat is niet waar, het is achtergesteld onderhoud. Ze denken dat ze de heide kunnen behouden zónder (of met minimaal) begrazingsbeleid door schapen, en schuiven dit af op de stikstof. Dit is onzin. Heide is een tussenfase in de natuur. Als je de heide niet begraast dan wordt het bos. Punt.”
Kijk maar naar de tuin van een willekeurig studentenhuis – uiteindelijk wordt alles bos.
Gert: “Exact. En wij laten natuurextremisten onze doelstellingen bepalen. Hierdoor verdwijnt onze economische speelruimte.”
We weten nu waar we staan. Mijn doelstelling met dit gesprek is om verder te brainstormen over wat de VVD nu met dit soort verhalen uit de samenleving moet en kan. Want mijn ervaring met VVD-politici is: als je hen spreekt snappen ze meestal precies wat je zegt, en partijleden idem. Maar een inhoudelijke discussie binnen de partij blijft uit. En zo drijven alle realisten weg van de VVD. Het gevolg is dat we geen veranderingen vanbinnen het systeem meer kunnen bewerkstelligen: men zal op de PVV en voornamelijk FvD aangewezen zijn. Hans de Boer zei als voorzitter van VNO-NCW onlangs tegen Jort Kelder: ‘Wat stikstof en werkgelegenheid betreft ben ik het eens met Wilders, maar ik kan hem niet steunen want hij is niet “respectabel rechts”.’ Met man en macht zal het kartel proberen om realistische partijen in een cordon sanitaire te houden. Als dit cordon lukt dan zullen velen concluderen dat zij zijn aangewezen op een revolutie of staatsgreep.
Willem: “FvD in een cordon houden als zij de grootste partij worden, zie ik niet gebeuren. ‘Revolutie’ lijkt ‘radicaal’ of ‘extreem’ maar het is andersom: de radicale en extreme ideeën zijn inmiddels tot wetgeving verheven. Ik startte mijn politieke carrière vanuit een liberale basishouding, vanuit anti-collectivisme. In mijn provincie zorgde ik dat Wijk voor Duurstede buiten de zoekgebieden voor windmolens is gehouden. Dankzij de landelijke VVD komen er tóch windturbines. Precies zoals Gert het omschrijft, met de illusie dat je er lokaal nog iets over te zeggen hebt.”
Gert: “Ik geloof niet in cordons – het zijn zwakke partijen die dit doen. Elke stem is een stem van de inwoners. Het is nogal slecht als je dit als fractie negeert. Waarom zou je wel compromissen sluiten ter linkerzijde, die ontzettend slecht zijn voor het land? En dan niet ten rechterzijde? Die zie ik als beter voor het land dan de linkse indoctrinatie. Het verschil tussen Willem en mij is dat ik nog wél lid ben van de VVD omdat ik denk: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.”
Willem: “Nee – de invloed van de stedelijke VVD is véél groter en sterker dan die van de provinciale VVD. Mijn motie luidde: halveer de windturbine subsidie. Het VVD-congres heeft dit aangenomen, maar er gebeurt nog niets mee. De stedelijke VVD was unaniem tegen. De hoop die jij koestert, heb ik al lang opgegeven.”
Gert: “Toen ik opstapte ontving ik veel reacties van partijleden. Die liepen van ‘jammer, nu zijn we het rechtse geluid kwijt’ tot ‘goed dat je opstapt, dat is een belangrijk signaal’. Mijn motivatie om lid te blijven is om deze mensen een steun in de rug te geven.”
Dit is precies wat ik zie. Er zitten veel realisten in de VVD maar die worden steeds met een kluitje in het riet gestuurd en van de centrale posities afgehouden. Vroeg of laat voegen zij zich bij FvD. Want het DNA van de VVD is verschoven van de kleine middenstander die de tering naar de nering zet, richting de grootstedelijke gesubsidieerde crony capitalist die zichzelf overgiet met een progressief-linksig sausje. Ook wordt er niet nagedacht in de levensbeschouwelijke zin, over hoe de VVD een levensvatbaar profiel kan behouden, ingeklemd door een linksliberaal D66 aan de ene kant en een conservatiefliberaal FvD aan de andere.
Willem: “Het is simpel. We moeten de verkiezingsprogramma’s erbij pakken van het begin van dit decennium. Die zijn vergelijkbaar met de FvD: EU-kritisch, geen klimaatgekkigheid. Dit is waarmee FvD nu scoort en dit was gewoon ons programma. De VVD moet dit onder het stof vandaan halen.”
Gert: “Ik kan het niet mooier zeggen.”
Steun Sid Lukkassen via BackMe en/of volg zijn nieuwsbrief (allebei is het beste!)