Op het eerste gezicht lijken de liberale technocratie van hier bij ons in het Westen en het regime van de Taliban maar weinig overeenkomsten te hebben. Sterker nog, je zou bijna geen groter contrast kunnen verzinnen dan tussen de prevelende baardmansen in zanderige shitholes en de hippige marketingmachines met stoere vrouwen als Halsema en Kaag aan het hoofd. Vrouwen moeten immers onder een zeiltje in Afghanistan en hier niet. Toch is er ergens wel een fundamentele overeenkomst: beide vormen van regering zijn bij uitstek diplomacratieën.
Goed, bij ons kom je hoog als je iets leuks hebt gedaan met bestuurskunde of internationale betrekkingen en bij hunnie ben je de bink als je alles weet van het islamitisch recht of heel snel de Koran uit je hoofd kan leren, maar het feit blijft dat het leiderschap geselecteerd wordt op waar je naar school bent geweest en hoe goed je cijfertjes aldaar waren. In Nederland moet je naar Leiden of Utrecht en daarna nog een jaartje Harvard of LSE om de boel af te toppen en in Afghanistan mag je meedoen voor de knikkers als je een diploma hebt gehaald aan het befaamde Haqqani-instituut in buurland Pakistan.
Er wordt wel eens gezegd dat de regimes in Afghanistan en Teheran ‘Middeleeuws’ zijn, maar dat zijn ze eigenlijk fundamenteel niet, omdat daar juist de traditionele aristocratie vervangen is door een kaste van ambitieuze studenten (the name gives it away). De wraak van de moellah’s is juist dat de aristocratie vervangen is door mensen met het juiste papiertje en de juiste connecties – iets wat we in Nederland toch zouden moeten herkennen. Nu is de regeldruk in Afghanistan nog iets erger dan in Nederland – wij hebben nog geen regeltjes voor baardlengte – maar je ziet dezelfde reflex van overregulering en controledrift naar centraal uitgedachte modellen bij beide systemen terugkeren.
Wat beide vormen van intellectualistisch diplomamanagement ook gemeen hebben is dat het leven doorgaans niet superleuk is voor de mensen die niet tot de gediplomeerde kaste behoren. Je ziet het verzet in Nederland daarom ook groeien tegen zaken die voortvloeien uit de papieren realiteit van het middenmanagement, zoals de QR-code, de ondoorgrondelijke belastingdienst en de bizarre regeldruk. Mensen hebben het gevoel dat het leven elk jaar duurder en complexer wordt, zonder dat de dienstverlening verbetert.
En vast niet zonder reden. De BBB van Lientje doet het zo goed in de peilingen omdat de belofte van ‘boerenverstand’ het goed doet tegen de managerskaste – net als dat Trump en Brexit ook een soort bewegingen waren die gestoeld waren op het idee dat de pratende kaste maar eens door ‘echte mensen met poten in de modder’ zouden worden vervangen. ‘People are tired of the experts‘, klonk het bij de Brexit – en het halve land stemde tegen de archetypische diploma-dictators uit Brussel.
Lees ook van Constanteyn Roelofs:
Revolutionairen in Nederland zijn doorgaans ambtenaren
D66 mag ‘progressieve’ koortsdromen aan land opleggen