Zijn we amper bekomen van de schrik over Ali B, Marco Borsato, Jeroen Rietbergen en de naamloze regisseur van The Voice, of daar meldt zich Lilianne Ploumen, politiek leider van de PvdA, met het verhaal dat ook bij haar partij meldingen zijn gedaan van seksueel grensoverschrijdend gedrag. “Soms weet ik ervan en soms niet, omdat dat natuurlijk bij de partijvoorzitter hoort” zei ze op 23 januari 2022 in het Amsterdamse debatcentrum De Balie. Interviewster Naeeda Aurangzeb, de van origine Pakistaanse documentairemaker en tv-presentatrice vroeg niet door, bezig als ze was met bazelen over ‘sisterhood’, waardoor haar totaal ontging wat Lilian Ploumen aan het doen was, anders dan stralen als dat heerlijke feminine woord viel.
De terloopse opmerking van Ploumen had meteen alarmbellen moeten doen afgaan. In de PvdA lopen kennelijk mannen rond die ervan beschuldigd worden misbruik te maken van hun machtspositie en seksueel over de schreef te gaan. Dat ontgaat de partijleider naar eigen zeggen ten dele en voor het andere deel verwijst ze naar de partijvoorzitter. Is dat al verbijsterend, nog erger is dat Ploumen met haar opmerking precies bereikte wat ze juist zei te willen tegengaan: een zeer onveilige werkomgeving.
Omdat ze geen nadere toelichting gaf en Aurangzeb ook niet doorvroeg vragen ze zich bij de PvdA nu ongetwijfeld af ‘wie betastte wie en wat is eraan gedaan?’ Reken maar dat dit intern onderwerp van speculaties gaat worden. De kans dat iemand ten onrechte in de verdachtenbank belandt is aanzienlijk. Geen man kan nog ontspannen door de PvdA-burelen struinen. Een #MeToo verdenking lanceren is een machtig instrument om mensen in verlegenheid te brengen en posities te doen wankelen.
Uit eigen ervaring kan ik hierover meepraten. In augustus 2020 liet oud-PvdA en 50PLUS Eerste Kamerlid Jan Nagel, die kort daardoor voor opnieuw partijvoorzitter van 50PLUS was geworden, zich interviewen door twee journalisten van een prominent dagblad. Nagel zag er een uitgelezen kans in om zichzelf op een voetstuk te zetten door een ranzig verhaal over mij, zijn voorganger als partijvoorzitter, in te steken.
In het voorjaar van 2020 hadden politiek leider Henk Krol en ik kans gezien om de permanente ruzies in 50PLUS onder controle te krijgen. De partij scoorde sky high in de peilingen. Tien zetels gloorden bij de eerstvolgende verkiezingen. 50PLUS stond op het punt definitief door te breken.
De op dat moment functieloze partijoprichter Jan Nagel zag het knarsetandend aan. Zou 50PLUS inderdaad in maart 2021 met tien zetels in de Kamer belanden en misschien wel regeringsverantwoordelijkheid gaan dragen, kreeg hij niet de credits. Hij had er immers geen enkele rol in gespeeld. Daarom verzon de afgunstige narcist een list: hij moest nog voor de verkiezingen van 2021 terug in het zadel. Dus was het zaak van mij af te komen. De revolte die hij voor dat doel veroorzaakte leidde tot de totale ineenstorting van de partij. In mijn boek ‘Tien Zetels; hoe 50PLUS ten onder ging en wat we daarvan leren’ kunt u lezen hoe dat in zijn werk ging.
Het interview met de krant na zijn terugkeer als partijvoorzitter bood de raspoetineske Nagel een unieke kans om de chaos die hij in 50PLUS had veroorzaakt op mijn conto te doen schrijven. Samenzweerderig fluisterde hij de twee interviewende journalisten in dat ik mij schuldig gemaakt had aan grensoverschrijdende betrekkingen met een jonge mannelijke medewerker van het partijkantoor, waarmee ik vriendschappelijke betrekkingen onderhield -en nog steeds heb- maar die ik nog nooit met ook maar één vinger had en heb aangeraakt. Ik zou misbruik gemaakt hebben van mijn gezagsverhouding en mij in ontoelaatbare intimiteiten hebben begeven. Of de heren dat even wilden opschrijven.
Nagel had de pech dat een van de interviewende journalisten over iets teveel detailkennis van 50PLUS en mijn optreden daar beschikte om geloof te kunnen hechten aan het verhaal. Zo was de medewerker in kwestie helemaal niet homoseksueel. Nog voor het interview verscheen raakte ik op de hoogte van Nagels beweringen, waarna ik hem er onmiddellijk op aansprak en samen met het ‘slachtoffer’, die al net zo ziedend was over het verhaal als ikzelf, een aangifte smaad in het vooruitzicht stelde mocht hij dat malicieuze kletsverhaal ook nog maar één keer ergens ophangen. Dat was voldoende om deze potentieel zeer schadelijke nepbeschuldiging van tafel te krijgen. Nooit heeft iemand Nagel nog over dat verhaal horen praten.
Het had ook anders kunnen aflopen, waarna ik de schijn tegen had gekregen en in de verdediging was gedrukt. ‘Waar rook is, is vuur’. Zie daar maar eens uit te komen. De eertijds succesvolle tv-producent Gijs van Dam, door publicist Jelle Brandt Corstius beschuldigd van verkrachting, kan erover meepraten. Weinig is nog over van zijn bedrijf. Voor altijd kleeft aan hem ’er was iets’ ook al leidde de aangifte van Brandt Corstius tot een sepot van het OM wegens gebrek aan enig bewijs.
Moraal van dit verhaal: wees heel erg voorzichtig met uitingen en oordelen over vermeende seksueel grensoverschrijdende gedragingen. #MeToo is ook een machtig middel om iemand een kopje kleiner te maken. Lilian Ploumen heeft het vast niet zo bedoeld, maar bij mij riep ze de verdenking op mee te liften op de Voice-golven voor een ander doel dan het in de kraag vatten van roofzuchtige smeerlappen. Ik zag een sisterhood-syndroom boven haar hoofd opdoemen.
Opvallend overigens dat afgezien van De Telegraaf geen medium aandacht heeft besteed aan Ploumens aantijgingen. Is links vrouwonvriendelijk gedrag minder erg dan rechts? Onwillekeurig moet ik denken aan de GroenLinks politici die de afgelopen dagen vooraan stonden om John de Mol cum suis te bekritiseren, maar misstanden in eigen huis onbestraft lieten. Over manonvriendelijk gedrag horen we ook bijzonder weinig, hoewel dat eveneens veelvuldig voorkomt. Zo zie je maar weer hoe onevenwichtig de discussies over grensoverschrijdende contacten verlopen. Ook wat dat betreft is er nog veel werk te verzetten.
Lees ook van Geert Dales: