OPINIE
Door Arthur van Amerongen – Arie: “Nu terug naar de levensmiddelenbranche, Dom Arturo, want daar kom je als expat of vakantieganger gegarandeerd mee in aanraking, en dat kan heel leerzaam zijn. Ik heb meer over aard, zeden en gewoonten van Portugal en de Portugezen geleerd door ouderwetse bakkers, slagers, groenteboertjes en kleine kruideniertjes en moderne micro-, mini-, super- en hypermarkten te bezoeken dan door het lezen van reisgidsen en Portugal-boeken. Die gaan sinds de uitvinding van het toerisme eigenlijk steeds over hetzelfde en zijn veelal niet meer dan updates van het eeuwig en altijd zelfde verhaal: Ontdekkingsreizen, aardbeving, Salazar, Fátima, zon, zee, fado, port, Amália Rodrigues, Eusébio, Anjerrevolutie, vinho verde, en that’s it.
“Over het ware leven kom je daarin niets tegen, in tegenstelling tot wat je in de mooie brief van Reve zag. Die zei dan ook met recht over zichzelf ‘Reve, dat is pas leven’, waaraan hij in een adem toevoegde ‘Mullis dat is vullis’, maar daar gaat het hier niet om. Hij observeerde goed en had met zijn eierenverhaal meteen drie Portugese volksdeugden te pakken: nooit nee zeggen (‘Heeft u zes eieren?’ ‘Nee’), welwillendheid (met moeite worden vijf eieren verzameld) en vindingrijkheid (het eendenei). Tezamen wat de Portugezen ‘desenrascar‘ noemen, as in ‘desenrascar alguém‘ (iemand uit de brand helpen), ‘desenrascar uma situação‘ (met improvisatietalent een lastige situatie oplossen).
“‘Jogar ao desenrasque‘ (niets van tevoren plannen maar vindingrijk oplossen wat er op je af komt) is een van de pijlers van de Portugese volksaard. Vandaar de geweldige hekel aan gebruiksaanwijzingen en montagetekeningen – aan het in elkaar zetten van een IKEA-kastje hebben drie man een dag werk en uiteindelijk hebben ze er dan een stoel van gemaakt waar je bij de eerste proefzitting doorheen dondert.
“Dat onuitroeibare maar soms contraproductieve improvisatietalent moet van bovenaf in toom worden gehouden door een ijzeren hiërarchie, strenge sturing en een strikte begrenzing van competenties. Dat is het geheim van de lage productiviteit in Portugal. Iedereen wordt slechts geacht te doen wat hem van hogerhand is opgedragen en moet daar geen vragen over stellen of gaan improviseren. Eigen initiatief is streng verboden. Iedereen heeft zijn afgebakende functie en opdracht. Zo wordt de improvisatie en de daaruit als vanzelf voortvloeiende chaos beteugeld. Zie ook de trefwoorden bureaucratie en politiestaat.
“Dat jij ongeduldig in een rij staat te wachten bij een kassa waar niemand zit terwijl drie man winkelpersoneel elders bezig is pallets suiker uit te pakken, is geheel des Portugezen en is er moeilijk uit te rammen. Lang wachten en lang in de rij staan is men gewend. Het is een soort ritueel waar de Portugees de tijd voor neemt, met een praatje hier en een praatje daar, dat pas na lange tijd iets van gemopper krijgt.
“Ik vermaak me zeer om mensen die voordringen, meestal betrekkelijk welstellende oudere dames. Die lopen meteen naar het begin van de rij met een ‘vraagje’, wat een kort praatje wordt met aan het eind iets als: ‘Ach, geeft u me even drie broodjes en een onsje ham, dan ben ik weg’. Er wordt geen nee gezegd en als de rij gaat morren wacht de bediende besluiteloos af. Zeggen dat die of die eerder aan de beurt was is not done. Je zou er een klant door kunnen verliezen. Soms levert het minutenlang gebekvecht onder klanten op. De rij slaat het geamuseerd gade en wacht rustig door.
Artikel gaat verder na afbeelding.
“En dan die pallets suiker. Je zal toch ook al wel eens in andere winkels hebben gemerkt dat Portugezen niet aan multitasken doen. Bij mijn bakkertje sta ik gerust tien minuten te wachten terwijl er maar één klant voor mij is, die door twee meisjes wordt bediend. De ene maakt tergend langzaam, maar met veel zorg en toewijding, een koffie verkeerd en neemt met de klant het hele kraslotenassortiment door, terwijl de andere zich naar de keuken spoedt om een tosti bereiden en niet meer verschijnt voordat de tosti klaar is. Intussen groeit de rij wachtenden achter mij.
“Als de eerste gewoon het koffiekopje onder de automaat had gezet en mij de klaarliggende zak met vijf broodjes had aangereikt was ik binnen twee minuten weggeweest. Het tostimeisje had in de tijd dat ze in de keuken wachtte een stuk of tien mensen aan brood kunnen helpen. Maar zo gaat dat dus niet. Men is met één ding voor één klant tegelijk bezig. Je hebt bakkers waar het wel vlot gaat. Daar heeft de baas of bazin dan meestal in dezelfde negotie gewerkt in Frankrijk of Zwitserland. Zie emigranten.
“En natuurlijk kunnen suikeruitpakkers niet zomaar even achter de kassa gaan zitten. Caissière m/v is een verantwoordelijk beroep waarvoor iemand het vertrouwen van de baas moet verwerven en langdurig ervaring moet opdoen. Het zou een chaos worden als iedere vakkenvuller maar achter de kassa kroop zodra er een rij klanten staat te wachten. Wie vult die vakken dan? Nee, Tuur, de jongens was opgedragen dat de suiker van de pallets moest en dan doen ze dat, ook al stort de hele Aldi rond ze in. En de caissière (vind ik nog altijd een hilarisch woord met dat houtenklazerige Hollandse ‘kassie’ en die frivole Franse uitgang) gaat pas achter de kassa zitten als de bedrijfsvoerder omroept ‘Juffrouw Ofélia, kassa 3’. Zo is het voor de Portugees zoals het moet, en zo is het goed.
“Bij hypermarkt Auchan sta je door de drukte altijd lang te wachten bij de kassa’s, maar er zitten altijd caissières die vlot hun werk doen. En je struikelt er over de vakkenvullers of wordt omvergereden door ‘dienstcoördinators’ op rolschaatsen die, opgeroepen door een kassa, prijzen checken of de drie appeltjes van een vergeetachtig oud mannetje gaan wegen. Heel klantvriendelijk, snel en efficiënt allemaal. Het is dan ook een Franse winkel waar de directie er met harde hand en degelijk toezicht voor zorgt dat the Portuguese way geen kans krijgt.
“Behalve in het assortiment dan, zoals in alle buitenlandse supers en hypers in Portugal. Portugezen zijn niet zo van vreemde buitenlandse eetwaren en dranken. Anders dan jij moeten die niets hebben van goed Duits zuurdesembrood bij de Lidl of van zure haring of Belgische biertjes. Daar doe ik als zuinige Hollander mijn voordeel mee als ze voor de helft van de prijs of minder de winkel uit moeten. Bij de Inô kocht ik ooit maandenlang Duvel, Affligem, Koninck, Leffe en Kriek voor een euro per flesje.
“Over flessen gesproken, Reves statiegeldverhaal brengt een ander Portugees dingetje aan het licht: hoofdrekenen kunnen of durven ze niet. Het potloodje op een randje ouwe krant zie je alleen nog af en toe in een klein buurtwinkeltje in de binnenlanden. Tegenwoordig zijn het handrekenmachientjes, computers of elektronische kassa’s, maar zeker blijft dat ze nog geen twee getallen uit het hoofd durven optellen of vermenigvuldigen. En berekeningen met meer dan drie getallen worden langdurig geverifieerd. Onzekerheidsvermijding en angst voor verantwoordelijkheid, want als de kas niet klopt moet het personeel dat een fout heeft gemaakt het verschil bijpassen uit eigen zak. Vandaar ook weer dat er alleen gepatenteerde kassamensen achter de kassa mogen zitten.”
Arthur: “Man man, ik zou een hele roman kunnen vullen met mijn spannende avonturen in Portugese supermarkten en bij dorpskruideniertjes. Bij de Auchan wegen ze groenten en fruit niet bij de kassa af, in tegenstelling tot de concurrentie. Dan sta ik bij de kassa met een volle wagen en ben ik vergeten een zak met peren af te wegen. En daar begint de ellende. Kassajuffrouw bellen, en dan komt er na een minuut of vijf een of andere trol aangehobbeld. Die pakt mijn peren en slentert dan op haar gemakske – het zijn altijd ouwe vrouwtjes, en als je geluk hebt is het de nicht van dienst, die lekker snel en gevat is, vooral de types met een coupe soleil en een oorknopje – naar de groenten- en fruitafdeling, die altijd heel ver weg is van de kassa’s.
“Even tussendoor: wat ik heel goor vind is de lucht van stokvis die in elke supermarkt hangt. Als je een lekker taartje of een andere zoete versnapering zoekt om dat je iets te vieren hebt, kringelt die gore lucht van bacalhau (de meur van een oud, zurig vagijn plus zweetsokken en een urinoir op de Wallen, zaterdagnacht) in je neus en dan heb je echt geen zin meer in slagroomtaart.
“Ik heb dat ook bij de Jap in het Okura in 020. Dan heb je net zitten teppiejakken aan de enorme bakplaat en bestel je een toetje en terwijl je dan op de zoetigheid zit te kauwen, wordt er naast je inktvis geschroeid. Get-ver-derrie. Gelukkig zijn toetjes van Aziaten nooit lekker, tenzij je van rodebonenijs met lychees houdt natuurlijk. Enfin, dus die kobold hobbelt naar de groenten-en fruitafdeling en dan kan je er donder op zeggen dat je een kwartier van je leven kwijt bent. Ga dus altijd in de rij staan met de kassa waarachter de nicht van dienst zit, dat scheelt tijd. Ook belangrijk: ga nooit achter een oude zigeunerin staan.
“Je weet dat ik dol ben op zigeuners, en met name die in mijn geliefde Andalucia, en niet in het minst omdat die altijd geestverruimende drugs weten te ritselen, maar de zigeuners van de Algarve zijn van een ander kaliber (tweedehands auto’ s, peerden, schroot en geen flamenco). Als de zigeunerin een bankpasje heeft, ben je de pineut. Zij weet namelijk nooit de pincode uit haar hoofd en gaat dan op expeditie in haar talloze rokken. Helaas ruiken deze dames in de regel niet erg fris, maar het is minder erg dan de meur van stokvis. Goed, dan komen er honderden kleine papiertjes en op eentje staat dan de pincode geschreven. Gelukkig hebben ze vaak geen bankpas maar wel heel veel kleine muntjes. Dat is een vermakelijk gezicht maar het getel duurt ook een kwartier. Bottom line: je moet nooit haast hebben in Portugal.
“Recentelijk was ik bij de Continente, die ik – heel verrassend ‘Incontinente’ noem – en ik kocht een paar dozen wijn. Het was een scherpe aanbieding, een fijne witte uit de Alentejo die normaliter 12 euro kost en nu 2 euro. Kom ik bij de kassa, pleur ik die zooi op de band, komt er een Portugese NSB’er op mij af en die zegt tegen de kassajuffrouw dat ik dure witte wijn in een doos met goedkope wijn had gedaan. Ik had al afgerekend, dus je weet welke ellende er nu gaat komen. Alle flessen uit de doos, drie man naar de wijnafdeling om de aanbieding te checken, en er was inmiddels al een kwartier verstreken. De man achter mij, die vuile verraaier, ontplofte van woede omdat hij door zijn vermeende heldendaad te laat zou komen voor zijn dagelijkse lunch. Reviaanse toestanden, amigo.
“En dan hebben we nog de sociale functie van de kassajuffrouw. Als ze een oude bekende tegenkomt, gaat ze rustig een kwartier lullen als een kip zonder kop voor de kat zijn kont. Maar dat concept van de caissière als sociaal werkster is nu gejat door de Nederlandse Jumbo! Want wat lees ik op hun website?
“Kletskassa’s zijn er speciaal voor mensen die geen haast hebben en het fijn vinden om een praatje te kunnen maken tijdens het afrekenen. Met dit concept wil Jumbo bijdragen aan het verminderen en voorkomen van eenzaamheid in Nederland. Het doel is om binnen een jaar 200 Kletskassa’s door heel Nederland te openen. Volgend jaar rond deze tijd zijn er in 200 winkels door het hele land Kletskassa’s te vinden waar mensen terecht kunnen voor een kletspraatje.
“Colette Cloosterman-van Eerd, CCO van Jumbo en aanjager van de Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid, is nauw betrokken bij het initiatief: “Veel mensen, vooral ouderen, voelen zich weleens eenzaam. Als familiebedrijf en supermarktketen staan we midden in de samenleving. Onze winkels zijn voor veel mensen een belangrijke ontmoetingsplek en daarmee willen we een rol spelen in het signaleren en terugdringen van eenzaamheid. Dit doen we op verschillende manieren, waaronder onze Kletskassa’s. We zijn trots dat veel van onze caissières graag plaats willen nemen achter een Kletskassa. Ze dragen het initiatief een warm hart toe en willen mensen helpen om vanuit oprechte interesse echt contact met hen te maken. Het is een klein gebaar, maar heel waardevol, zeker in een wereld die digitaliseert en steeds sneller wordt. Bij Jumbo willen we meer zijn dan alleen een plek waar je boodschappen doet. Zo helpen we onze winkels door middel van een handboek om eenzaamheid onder klanten te signaleren en lokale initiatieven op te zetten. Dit handboek is opgesteld in nauwe samenwerking met Eén tegen eenzaamheid. Ook hebben verschillende winkels een kletshoek waar klanten een lekkere kop koffie kunnen pakken en een praatje kunnen maken met buurtgenoten.”
“Dus, lieve Arie, de Portugese onthaasting maakt school in Nederland! Dat we dat nog mogen medemaken!”
Zoals de Portugal Post al vaker signaleerde, in Spanje mag je zijn wie je vindt dat je bent. Afgelopen week haalde het menig Post-redactie ter wereld (New York Post, National Post, Engelsen noemen het Mail – de Washington Post is te woke voor berichtgeving over een witte man die wil zijn wie hij is): Alejandro Colomar mag blijven wandelen zoals hij dat graag doet van het Spaanse gerecht. Een bijdehandte politiebeambte had hem een bekeuring gegeven voor exhibitionistisch en aanstootgevend gedrag. Maar dat was niet correct van de klabak in kwestie. Het is in Spanje expliciet toegestaan om naakt de straat op te gaan, tenzij er een plaatselijke verordening geldt die dat verbiedt of tot bepaalde zones beperkt. Vorige week schreef ik al, als het niet expliciet is toegestaan is het illegaal. Deze dienstklopper had dit deel van het wetboek kennelijk nog niet bestudeerd.
In de New York Post kon de dienstdoende redacteur zich niet inhouden en doopte fluks Alejandro’s wandelingetjes om tot Walk on the Wild Side. Wat mij dan weer deed denken aan een andere grootheid uit de New Yorkse scene, Willy DeVille, levend kunstwerk en begenadigd poëet en zanger. Want welk nummer is er meer toepasselijk bij een nieuwsbericht over een Spaanse wandeling dan Spanish Stroll (Paseo Español).
Door de aardbeving in Turkije en Syrië moest ik terugdenken aan een dag in Amsterdam. Ik zat met Willy in het café van hotel Prins Hendrik, ik geloof dat het de Zwaan heette, maar zeker weet ik dat niet meer. Willy dronk bier uit een grote pul, ik hield het bij een vaasje. Er was vlak daarvoor een aardbeving geweest in Egypte en we waren onder de indruk van de gebeurtenis en de nasleep. Het feit dat er een man onder het puin vandaan was gehaald die zichzelf in leven had gehouden door zijn eigen urine te drinken had grote indruk gemaakt op Willy. Hij vroeg zich af of hij in staat zou zijn om zichzelf op die manier in leven te houden. Zeker weten, het bier dat we dronken was van Heineken.
Een paar dagen eerder zat er op 3282 kilometer afstand een toekomstig geliefde Hoofdredacteur een biertje te doen. In Caïro. Tijdens de aardbeving zo las ik op de site No Estílo. Nee ik neem geen loopje met jullie.
De in dit artikel geuite meningen en standpunten zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de meningen of standpunten van TPO.