In mijn stad voltrekt zich een veiligheidsramp van formaat. Door landelijk beleid heeft de politie Eenheid Den Haag tot 2025 een tekort van circa 400 operationele agenten. Het grootste tekort van alle eenheden in Nederland. De gevolgen zijn dagelijks zichtbaar. Politiebureaus worden gesloten, de wijkagent verdwijnt uit de wijk, de aanrijtijden van de politie nemen onaanvaardbaar toe en het broodnodige toezicht op straat ontbreekt.
Los van de ‘gewone’ veiligheidsvraagstukken is de Hofstad, met ruim 1700 demonstraties per jaar, ook de demonstratiehoofdstad van Nederland. Het demonstratierecht is een groot goed maar zeker in gepolariseerde tijden als deze, legt het wel een forse hypotheek op het Haagse politieapparaat. Zoals je een euro maar één keer kunt uitgegeven, zo kan een agent maar op één plek ingezet worden. Malieveld of Moerwijk? Die onmogelijke keuze moeten we niet hoeven maken. Het groengele politiedraadje staat op knappen en we gaan richting het punt dat de verantwoordelijken voor de veiligheid deze niet meer kunnen garanderen.
Tijd voor rigoureuze maatregelen om de dienders te ontlasten en de veiligheid te vergroten. Daarom wil ik, naar goed Rotterdams voorbeeld, spoedige invoering van stadsmariniers in Den Haag. Het begrip ‘stadsmarinier’ stuit ten onrechte nog weleens op weerstand. Maar de stadsmarinier ligt, zoals de naam misschien doet vermoeden, niet met een fregat voor de kust van Scheveningen. Het zijn namelijk ‘superambtenaren’ die worden aangesteld om hardnekkige en schijnbaar ‘onoplosbare’ veiligheidsproblemen in geselecteerde gebieden op te lossen. ‘De beste mensen op de slechtste plekken’ is daarbij het uitgangspunt. Stadsmariniers hebben eigen middelen, een duidelijke opdracht en focus. Met vergaande bevoegdheden, gezag en een directe lijn naar burgemeester, politie, justitie en (jeugd)zorginstellingen hebben ze de vrijheid om een doorbraak te forceren of besluiten te nemen.
Deze goed opgeleide handhavers richten zich, met een poten-in-de-klei-mentaliteit, op het bestrijden van overlast in de buurt en op problemen waaraan de onderbezette politie geen prioriteit kan geven. Op straat en in de wijken dus. “Zodra-ie een bureau en personeel heeft, heeft-ie het niet begrepen”, is de uitstekende samenvatting van korpschef Aad Meijboom van de politie Rotterdam-Rijnmond. “Wie nu terugkijkt, kan niet anders dan concluderen dat de stadsmariniers niet meer weg te denken zijn uit het veiligheidsbeleid van Rotterdam”, is de duidelijke conclusie van burgemeester Ahmed Aboutaleb (PvdA) bij zijn terugblik op 20 jaar stadsmariniers in de havenstad. De basis van toen in Rotterdam is de basis van nu voor Den Haag. Wijken en buurten kampten met grote problemen, zoals (drugs)overlast, overbewoning, illegale kamerverhuur en geweld. Wat er ook geprobeerd werd; het lukte maar niet om de negatieve spiraal te doorbreken. De stadsmarinier was geboren. “Enerzijds wijkgericht, anderzijds persoonsgericht. Verloedering omlaag en leefbaarheid omhoog.”
Het is me uit het hart gegrepen.
Mijn inzet, bij voorkeur in G4-verband, is glashelder. Laat de stadsmarinier als de wiedeweerga Den Haag binnenvaren om de veiligheid in de dichtstbevolkte stad van Nederland te vergroten en de politie te ontlasten. Het Rijk moet daarbij, middels het leveren van keiharde pecunia, de brug open zetten.
Dan doen wij er wat goeds mee.
Lees ook van Richard de Mos: