Wat zijn de politieke thema’s in het waterschap? Valt er wel iets te kiezen? De afgelopen maanden keek ik rond bij waterschap Amstel Gooi en Vecht (AGV) in de regio Amsterdam-Hilversum en Hoogheemraadschap Rijnland in de regio Leiden-Haarlem. Dat levert een beeld op van waar de waterschapsverkiezingen van volgende week over gaan. Het is onjuist dat er geen politiek wordt bedreven in het waterschap: die politiek bestaat juist wel, al zijn de marges smal. Waar gaat die politiek dan over? In het waterschap strijden twee visies met elkaar.
De eerste visie is vooral heel groen. Partijen als de Partij voor de Dieren en Water Natuurlijk (een satellietpartij van D66 en GroenLinks) zitten aan deze kant van het politieke spectrum. Ze kiezen vooral voor groene en duurzame oplossingen. De PvdA bevindt zich ook in deze hoek. Ze willen zoveel mogelijk duurzaam, natuur- en diervriendelijk beleid en nog zo klimaatbestendig ook. Dit is vrijwel altijd duurder dan hun politieke tegenpolen willen, maar zij geloven dat ze op langere termijn door voor duurzaamheid te kiezen goedkoper uit zijn.
De tweede visie is technocratisch: water is niet iets van de natuur, maar een gebruiksproduct wat in dienst staat van de mens. De mens heeft voldoende schoon water nodig en daar moet het waterschap voor zorgen. Dat moet tegen een zo laag mogelijke prijs. Het waterbeheer moet efficiënt zijn en voldoen aan de wensen van de mens. Soms betekent dit dat de natuur, het klimaat of de dieren moeten wijken. Dit is de visie van bijvoorbeeld VVD en CDA: zo let de VVD graag op de kosten en het CDA graag op de belangen van boeren.
Wat betekenen deze visies voor de drie belangrijkste functies van het waterschap: veiligheid, schoon water en de waterstand? In theorie veel, maar in de praktijk weinig.
Laten we kijken naar de discussie over waterveiligheid. Nederland ligt laag en daarom zijn er dijken nodig die goed moeten worden onderhouden. Daar is geen discussie over. De belangrijkste discussie die dijken opleveren is de inpassing in het landschap als ze moeten worden versterkt. Moet dit goedkoop en praktisch, of is er ruimte voor natuurcompensatie en natuurvriendelijke oevers? Deze politieke verschillen bestaan, maar worden gedempt door de grote hoeveelheid inspraak van betrokkenen, die door het waterschap uiterst serieus wordt genomen.
Bij schoon water zien we hetzelfde. Het waterschap gaat over de zuivering van afvalwater wat vervolgens in grachten en rivieren wordt geloosd. Duurzame partijen willen het water na de zuivering schoner hebben dan technocratische partijen, liefst zó schoon dat de zalm terug kan komen in het oppervlaktewater. Deze politieke verschillen bestaan echt, maar worden wederom gedempt: er zijn Europese regels voor waterkwaliteit en daaraan moet sowieso worden voldaan. Dat maakt de marges wederom klein.
En ook bij het waterpeil gaat het zo. Het waterschap stelt het grondwaterpeil vast en daarmee de hoogte van het water in sloten en grachten. Duurzame partijen willen dat het waterpeil zo natuurlijk mogelijk is en vinden dat de mens haar activiteiten aan dat peil moet aanpassen. De rest wil dat het waterpeil wordt aangepast aan de activiteiten die de mens al op een bepaalde plek ontplooit. Dit is een echte politieke discussie maar weer zijn de marges smal: de functie van een gebied wordt niet door het waterschap maar door de provincie bepaald.
Zo komen we op de vraag of er echt iets te kiezen is in het waterschap. Er zijn maar een beperkt aantal thema’s die er echt toe doen. Over die thema’s bestaan twee visies, maar die worden in de praktijk gedempt. Dat maakt het voor kiezers vrijwel onmogelijk een goede keuze te maken.
Daarmee blijft maar één echt stevig strijdpunt over: de vraag wie de activiteiten van het waterschap betaalt. Ook deze verschillen zijn klein want het belastingsysteem van de waterschappen is landelijk en de afzonderlijke waterschappen kunnen maar beperkt bepalen wie er meer of minder moet betalen. Toch is er één belangrijke beslissing waar ook echt debat over bestaat en waar het waterschap zelf over gaat: moeten burgers met een laag inkomen in aanmerking komen voor kwijtschelding van deze belasting? Linkse en rechtse partijen lopen op dit punt uiteen.
De keuze bij de waterschapsverkiezingen wordt al met al niet beperkt door een gebrek aan thema’s, maar door factoren die de politieke verschillen dempen: inspraak, landelijke wetgeving en provinciale kaders. In de waarborgdemocratie van het waterschap zijn de marges klein. Echt veel vrijheid hebben al die waterschapsbestuurders in de praktijk niet. Zo zal het altijd moeilijk blijven het publiek voor deze verkiezingen te enthousiasmeren.
Chris Aalberts doet tot aan de verkiezingen van maart verslag van de politiek van de waterschappen. Onder de titel #Waterlanders onderzoekt hij wat er bij deze verkiezingen te kiezen valt. Lees hier de hele serie.