Zoals u ongetwijfeld weet ben ik tegenwoordig neringdoende in tweedehands boeken. Dan kom je leuke dingen tegen: brisante boekjes met Zweedse porno uit de jaren zeventig of ruige teksten van ideologieën die nu op de vuilnisbelt van de geschiedenis liggen.
Zo trok ik laatst een Sabotagehandboek uit de stapel. Handgestencild van onzorgvuldig uitgetypte blaadjes en een dikke A van anarchie op de voorkant. In deze polderversie van The Anarchist Cookbook gaat het uiteraard over het fabriceren van bommen en granaten van dingen die je bij de supermarkt kan kopen en hoe om te gaan met infiltranten van het ‘siesteem’. Overduidelijk gemaakt ergens tussen de provo’s en de krakers – er zijn nu vast wat GroenLinks-bobo’s en UvA-hoogleraren die het boekje in de kast hadden tijdens hun ‘radikale’ jaren.
Ik moest aan het boekje denken toen ik een tweetje voorbij zag komen van een van de gekende amateurrevolutionairen die ons vaderland rijk is. Hij was op zoek naar een knus vakantiehuisje voor acht mensen om ‘de revolutie te plannen’. Hoe bourgeois wil je het hebben: wel de revolutie plannen, maar ook gezellig even willen natuurwandelen en kaasplankjes snoepen bij de haard na een flink robbertje ‘siesteemkritiek’.
Hint: als je gewoon openlijk over je revolutie kan tweeten zonder dat je daarna een klop op de deur van de geheime politie mag ontvangen is het geen revolutie. In mijn ‘anargistiese’ handboek worden heel wat pagina’s gewijd aan het uitroken van infiltranten in de organisatie en het heimelijk opstoken van de revolutie, dat lijkt tegenwoordig allemaal niet meer nodig.
Het is trouwens nog veel erger dan dat: de revolutionairen in Nederland zijn doorgaans ambtenaren. Als je grosso modo de Nederlandse politiek in revolutie en reactie verdeeld (linkse wereldverbeteraars versus het kapitaal, bijvoorbeeld), dan valt op dat alle vrijwel linkse mensen die het systeem omver willen werpen op een of andere manier deel uitmaken van het overheidsapparaat. Het zijn altijd ambtenaren, academici of ‘sociaal ondernemers’ als ‘diversiteitsconsulenten’ of ‘transitiecoaches’. (lees: ambtenaren die per factuur in plaats van per loonstrook worden betaald).
Om die reden wordt het ook nooit wat met de revolutie in Nederland. Alle revolutionairen zijn hoger opgeleid aan de universiteit en die kun je altijd paaien met baantjes in vergadercommissies en subsidies voor hun goede werken.
Natuurlijk, volgens Lenin moet er eerst een voorhoede van studenten en intellectuelen gevormd worden om de massa in beweging te zetten om uiteindelijk naar een klassenloze samenleving te komen, maar de grap is dat die voorhoede op een zeker moment gewoon bedacht heeft dat ze ook prima de heersende klasse mogen worden. Erger nog: de hele romantiek van de revolutie, van het op slaapkamertjes ‘nitroglieseriene’ koken, is er helemaal van af. De ‘siesteemkritiesie’ in Nederland zijn vooral zo sáái!
Lees ook: Constanteyn Roelofs: D66 mag progressieve koortsdromen aan land opleggen
Lees ook: Constanteyn Roelofs: Hoe minder regering, hoe meer ingrijpende beslissingen
Lees ook: Constanteyn Roelofs: De overheid, over alles controle, nergens regie